TAALOPLEIDING
Treinbestuurders die contact met de infrastructuurbeheerder moeten onderhouden over kritieke veiligheidskwesties dienen te beschikken over kennis van de taal die door de betrokken infrastructuurbeheerder wordt voorgeschreven.
Deze taalkennis moet hen in staat stellen actief en doeltreffend te communiceren onder normale omstandigheden, in moeilijke situaties en in noodsituaties.
​
Voor treinbestuurders werd het niveau B1 vastgelegd.
Raad van Europa vastgestelde gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (CEFR).
​
Deze op maat gemaakte opleiding heeft als doel de treinbestuurder op het niveau te brengen, om te slagen in het taalexamen.
​
Het aantal lesdagen zal dus in functie zijn van het beginniveau van de treinbestuurder.
​
Er kunnen eveneens ook taalopleidingen georganiseerd worden voor andere veiligheidsfuncties.